Kortere werkweek? Doe eerst iets aan de ‘bullshitbaan’

Er zijn tal van goedbetaalde banen die gemakkelijk in minder uren kunnen worden gedaan. Juist in zorg, onderwijs en kinderopvang, sectoren waar een tekort aan personeel is, kan dat niet. Betaal leraren en verpleegkundigen beter, dan lost het personeelstekort vanzelf op,

Verschenen in Trouw, 29 september 2021

In maart 2020 werd het opeens pijnlijk duidelijk wier werk er écht toe deed. Verpleegkundigen, leraren, schoonmakers, ov-medewerkers en politieagenten bleven naar hun werk gaan en kregen bloemen en applaus. HR-managers, bankiers en directeuren konden thuiswerken en werden amper gemist.

Een bullshit job: dat is een baan waarvan degene die de baan uitvoert zélf vindt dat die eigenlijk overbodig is. De term werd bedacht door antropoloog David Graeber, die talloze mensen met bullshitbanen interviewde. Een voorbeeld zijn middenmanagers die zelf geen verantwoordelijkheid dragen, maar louter taken doorschuiven en delegeren. Er zijn mensen die rapportages maken die nooit iemand leest, die papierwerk invullen waar nooit iemand naar vraagt, of adviezen geven die nooit worden opgevolgd. Volgens Graeber bestaat er een bijna perfecte omgekeerde correlatie tussen de hoeveelheid bullshit en iemands salaris: hoe nuttelozer een baan, hoe hoger het salaris. Het is alsof iemand die al een zinvolle baan heeft niet ook nog eens gecompenseerd hoeft te worden met een goed salaris.

Onderscheid maken

In de coronacrisis werd berekend dat zo’n twee derde van de cruciale beroepen door vrouwen wordt uitgevoerd. Mannen hebben, ook naar eigen zeggen, vaker een bullshitbaan. Zij doen vaker werk dat we niet echt nodig hebben en ze krijgen daar ook nog eens beter voor betaald.

De discussie over een kortere werkweek is incompleet zolang we geen onderscheid maken tussen verschillende typen werk: is het betaald of onbetaald werk? Is het cruciaal, niet-zo-cruciaal of compleet overbodig werk?

Veel kantoorbanen van 40 uur kunnen ook in 30 uur worden gedaan. Brits onderzoek toont aan dat kantoormedewerkers gedurende een achturige werkdag gemiddeld maar 2 uur en 53 minuten productief zijn. Zij besteden per dag 44 minuten aan sociale media, 65 minuten aan het nieuws lezen en 40 minuten aan kletsen met collega’s. Experimenten in Nieuw-Zeeland en Japan laten zien dat hetzelfde werk prima in minder tijd kan worden gedaan, tot tevredenheid van werkgevers én werknemers. Door de duur van vergaderingen (30 in plaats van 60 minuten) en het aantal aanwezigen (maximaal vijf) te beperken wordt veel bespaard. Door medewerkers vrijheid te geven over hoe ze hun werkdag indelen groeit het gevoel van autonomie en betrokkenheid.

Het grootste experiment voltrekt zich al jaren in ons eigen land. Veel vrouwen werken zogenaamd in deeltijd en vervullen in die tijd dezelfde functies als hun mannelijke collega’s in voltijd doen. Bij de meeste organisaties verandert er, behalve het salaris, vrijwel niets aan iemands verantwoordelijkheden zodra iemand een dag minder gaat werken.

Stap richting gendergelijkheid

In deze banen zal een kortere werkweek met behoud van voltijdsalaris vooral een welkome salarisverhoging vormen voor vrouwen. Voor mannen zal het betekenen dat ze productiever moeten worden. De tijd die zij besparen op nieuwssites en vergaderen kunnen ze besteden aan onbetaald werk in het huishouden − een belangrijke stap richting gendergelijkheid.

In cruciale beroepen zoals zorg, onderwijs en kinderopvang ligt dit anders. Fysiek aanwezig zijn is nodig, en hetzelfde werk kan meestal niet in minder tijd worden gedaan. In deze beroepen zijn grote arbeidstekorten en is het verzuim hoog.

In het Zweedse Göteborg werd geëxperimenteerd met een kortere werkdag voor verpleegkundigen. Zij behielden hun voltijdsalaris en gingen zes in plaats van acht uur per dag werken. De werkgever moest extra mensen aannemen, maar verdiende een deel van deze kosten direct terug doordat het verzuim lager werd. Werknemers voelden zich beter en werden productiever.

Als we tekorten in de cruciale beroepen op willen lossen zouden we er goed aan doen leraren en verpleegkundigen eens te gaan betalen naar de wetten van vraag en aanbod. De salarissen zullen flink stijgen, tekorten zullen zich oplossen, en vrouwen krijgen eindelijk wat ze verdienen.

Vorige
Vorige

Een vrouwenquotum is een goed begin, maar meer ook niet

Volgende
Volgende

Kostwinners